Met de P en J heeft Fender goud in handen en de twee bassen vormen zo ongeveer de basis van de baswereld. Maar niet alles wat Fender bedacht, werd populair. Ken je de Bass V nog? Of de Precision Lyte? In dit artikel kijken we naar de andere bassen van Leo.
Dit is een extra webitem naar aanleiding van een artikel in De Bassist 58, oktober - december 2021. Je kunt deze editie zonder verzendkosten bestellen via deze link.
Missers en toevalligheden
Als je het artikel 75 jaar Fender leest, denk je dat alles wat Fender aanraakte in goud veranderde, maar natuurlijk waren er ook missers en er verschenen meer bassen dan je denkt, waar we nooit meer van gehoord hebben. Halfholle P's, hockeystickkoppen, etc. Dan zijn er de bekende missers, die vaak toch ook weer een groep liefhebbers aansprak. Naar aanleiding van een oproep in de facebookgroep van De Bassist - met dank aan jullie dus! - zetten we een en ander op een rij.
Maar misschien zijn we iets te negatief als we het missers noemen? Danelectro bracht een zessnarige bas op de markt, met een korte mensuur en waarbij de snaren dicht tegen elkaar aan lagen. Fender volgde met de VI, ook wel Bass VI genoemd, die onder meer werd gebruikt door Jack Bruce in Cream. Dit type bas is nog steeds leverbaar, ook bij Fender, maar echt populair werd het nooit. Hetzelfde geld voor de (Bass) V. Een bas met een korte hals, een lange body en vijf snaren. In plaats van een lage B, zoals we nu gewend zijn, had de bas een hoge C, waarbij het idee was dat je makkelijker vanuit een vaste positie kon spelen. John Paul Jones van Led Zeppelin speelde er even op en waarschijnlijk is dit de enige Fenderbas die nooit door andere merken gekopieerd is. Wie weet dat Eastwood er ooit mee komt? Dat merk bouwt immers wel meer vreemde eenden na. Het zou jaren duren voordat Fender weer met een – normale – vijfsnarige bas kwam en heel incidenteel zelfs een moderne zessnarige. Ook de holle Coronado met geschroefde hals werd nooit echt populair, hoewel het tegenwoordig een flinke schare fans heeft. Zo is het laatste St. Vincent-album geheel met een Coronado II opgenomen en ze vertelde ons dat ze - net als haar producer die er ook een heeft - een groot fan is van de bas.
We kunnen onmogelijk alle bassen noemen die Fender maakte en die geen succes werden, maar we doen een greep uit het aanbod. Zo heb je de longscale en shortscale Bullet-bassen. Henny Vrienten is een fan, maar we weten nu niet echt wat deze P met Mustang-elementen toevoegt.
Foto: de Bullet
De Starcaster is helemaal bijzonder. De reissue die geen reissue was. Fender kwam met een heruitgave van de Starcaster-gitaar en er kwam meteen een bas bij. Bijzonder want in 1976 kwam deze bas niet verder dan een prototype, terwijl de eveneens holle Coronado wel werd uitgebracht.
Foto: de Starcaster
De Precision Lyte heeft inmiddels een kleine schare liefhebbers en als je een Cabronita - een Fender met een Gretsch-element - hebt, heb je ook een goede keus gemaakt.
Foto: de Precision Lyte
Foto: De Cabronita is lekker 'ZZ Top'
Ook de Rascal is bijzonder te noemen. Ooit was het een unieke Custom Shop-bas om te laten zien wat Fender kon. Het model met een VI-body, een DeArmond-brug en lipstick-elementen kwam een paar jaar later uit als Mexicaanse Fender: een shortscale die door de flinke body en halsbreedte aanvoelt als een longscale.
Foto: de Rascal, alleen in Ocean Turquoise Metallic
De Katana kennen we hier vooral als Squier, maar er waren ook Fender Katana's. De bas is terug, met slagplaat, voor voor Hama Okamoto. In het roze is ie heerlijk fout, maar niet in Europa verkrijgbaar.
Foto: de Katana voor Hama Okamoto
Laten we een Heavy Metal Telecaster Bass maken, dachten ze bij Fender. En laten we het dan een echte jaren tachtig hokeystick kop geven, zoals bij andere metalbassen, maar ook een f-gat en de brug van een akoestische bas. Logisch toch. Of ehm...
Foto: De Fender HMT
En dan was er nog de Jazz Bass met de extra diepe cutaway, om bij de hoge frets te komen. De nette bijnaam van deze bas was de Longhorn en de niet zo nette de Boner.
Foto: de Boner. We gaan er van uit dat de hals stijf genoeg is.
De Performer moet je weer niet te verwarren met de Performer Series. Zo zijn ook meerdere Elites en Deluxes geweest die echt anders waren. Het Performer-model is eigenlijk best cool en zou het niet iets voor Squier zijn om opnieuw uit te geven?
Foto: stiekem vinden we deze misser wel erg cool!
En het houdt niet op. Mag je de jaren zeventig Tele Bass met de grote humbucker een misser noemen? Ook deze bas heeft echter een schare fans, maar volgens mij kent niemand de Prodigy meer en is ook de JP90 vergeten.
Foto: de Prodigy was zeker niet het wonderkind waar Fender op hoopte.
Foto: was er in de tijd van de JP90 een schaarste aan slagplaatmateriaal?
Fender heeft altijd veel signaturemodellen, maar de meeste zijn gebaseerd op vrij standaard P's, J's en Mustangs. Maar niet de allereerste Signature ooit. De Stu Hamm Urge Bass viel onder meer op door de medium scale mensuur van 32" en de JPJ-elementen (niet te verwarren met de bassist van LedZep). De Roscoe Beck viel ook op door de elementen: de dubbele J zag je later wel eens terug in de brugpositie van een J en jaren later kwam Fender met een P met twee dubbele J's en een J met twee P-elementen. Dat kan allemaal gewoon!
Foto: Stu Hamm heeft nog steeds een aantal van zijn oude Signature-bassen.
Foto: de Roscoe Beck
Zoals gezegd was er veel meer, maar we pikten de leukste er voor je uit.
Moeten we G&L ook als misser noemen? Leo bleef zijn bassen verbeteren, maar gebruikers bleven terugkijken naar de oude modellen. De bassen van G&L zijn misschien wel de beste bassen die Leo maakte. De humbuckers zijn doorontwikkeld en we zagen inventieve schakelmogelijkheden, zoals een serie-/parallelschakelaar voor de humbuckers. Ook dit was niet nieuw, maar diverse merken volgden. Het is eigenlijk bijzonder dat Fender zijn bassen bleef verbeteren van Fender, via Music Man naar G&L, maar dat de holy grail voor de meeste bassisten nog steeds een oude P of J is en een oude Music Man StingRay is ook geliefder.
En tot slot. Is de Fender-sound het geluid dat Leo voor ogen had? Leo Fender wilde met zijn Precision Bass een vervanger van de contrabas maken, die door de frets makkelijker bespeelbaar was en die in een auto paste in plaats van bovenop. Door het schuim onder de verchroomde kappen – zelfs de Music Mans bleven een bass mute met schuimkussentjes houden – en de flatwounds klonk een P dan ook zo. Het is aan de spelers te danken dat het schuimrubber verwijderd werd en dat de bas steeds hoorbaarder werd. Hier moeten we natuurlijk Rotosound-oprichter James How en Who-bassist John Entwistle noemen. Halverwege de jaren zestig ontwikkelden ze de roundwound-snaar en samen gaven ze de bas een nieuw geluid. Daarvoor hadden alle bassen af-fabriek flatwounds en het zou nog een paar jaar duren, voordat de roundwound echt omarmd werd.