
Hars. Voer voor eindeloze discussies met een hoog nerdgehalte onder strijkende bassisten. Ja, we hebben het over dat kleverige spul dat uit bomen komt. Zonder hars geen geluid. Alle strijkers smeren het op de paardenharen van hun strijkstokken om zo de snaren tot trillen te brengen.
Tekst: Pieter Bas van Wiechen | Foto: Chris Dekker
Lange tijd waren er niet echt grote verschillen tussen de hars van een contrabas, een cello of een viool. Toch is er om de dikke kabels van een contrabas tot trillen te brengen meer nodig, zo vindt menig bassist. Vioolhars is hard en stoffig. Het geeft een mooie klank, maar anderen, zoals ik, willen meer grip op de bassnaar.
Zo ook de Amerikaanse bassist Len Manno, die zelf de keuken in ging. Na wat experimentele brouwsels kwam de Texaan met een ongekend plakkerige hars die bassnaren bronstig liet knorren: Pops. Het goedje was meteen een groot succes en zorgde voor hevig debat tussen de aanhangers van de ‘stoffige’ en de ‘plakkerige’ variant. Kort door de bocht vinden ‘stoffige’-aanhangers Pops te lomp. Fans van plakhars zeggen dat je bas gaat ronken en dat met een ontspannen arm.
Pops heeft wel één probleem: het droogt uit. Als het tegen zit, staat je hars al even bij de winkel en is de magie bij aanschaf al verloren. Er is één winkel in Amerika die voor de hoofdprijs echt verse Pops garandeert. Gefrustreerd ben ik zelf meermaals op zoek gegaan naar een alternatief.
Mediterraans accent
Al scrollend door mijn digitale contrabasfuik stuitte ik op de Italiaanse bassist Severiano Paoli, die in Groningen zijn eigen hars aan het maken is. ’Het eerste doel was vooral een goede hars voor mijzelf te maken’, vertelt Severiano via de beeldtelefoon in het Nederlands met mediterraans accent. ‘Extra motivatie was dat steeds meer bedrijven hars als luxe product in de markt zetten. Dat is nergens voor nodig, hars is een eerste levensbehoefte voor de strijker.’
In de keuken van zijn appartement zette Severiano een pannetje op het fornuis en ging experimenten. ‘In het product dat je op de strijkstok smeert zit naast boomhars ook bijenwas en andere ingrediënten’, legt Severiano uit. ‘Alles gaat in juiste verhouding de pan in. Maar het precieze recept… dat ga ik je niet vertellen, dat is het geheim van de kok.’
Severiano is een ondernemende bassist. Zodra hij een idee heeft, zal hij met stralende ogen anderen proberen mee te krijgen in zijn verhaal. Dus stuurde hij een berichtje aan Felix Lashmar, een van de bassisten van het Concertgebouworkest. Wilde hij zijn hars niet proberen?
Goed spul!
Felix: ‘Ik zei hem: ik geef je weinig kans, ik ben namelijk een overtuigde Pops gebruiker.’ Maar Severiano drong aan en Felix, die zelf niet terugdeinst voor experimenten met basaccessoires, stemde toe. ‘Hij stuurde toen een harde en een softe. Goed spul! Na die twee een tijdje geprobeerd te hebben, kwam hij met een verassing: een Super Sticky-variant die akelig dicht bij Pops komt!’
Samen werkten de twee aan het verbeteren van de Super Sticky. Alle drie de basharsen van Severiano hebben hun eigen karakter, ook handig bij verschillende weervarianten. De harde hars is bijvoorbeeld heel prettig in een warm en droog klimaat waarin de soft en sticky variant te zacht worden. ‘Ik hoop dat Severiano verschillende harsen blijft ontwikkelen zodat er straks echt voor elk wat wils is’, zegt Felix.
Inmiddels spelen steeds meer contrabassisten tot ver buiten de landsgrenzen met Severiano’s hars. Zeker gezien het internationale karakter van zijn zaak vraag je je af waarom de hars het kengetal van Groningen als naam heeft. ‘Ik ben als student jaren geleden toevallig in Groningen terechtgekomen. Ik was op slag verliefd, daarom heet de hars 050 en is de watertoren waar ik dagelijks langs kom het logo. Ik hoop dat de hele contrabaswereld binnenkort roept: er gaat niks boven Groningse hars!’
Even link: 050rosin.nl