Johannes de Boom

Blog 09-07-2018 00:00

Johannes De Boom

Ik heb zojuist in de tuin, in de zon ademloos het boek Boom! De Wonderbaarlijke reis van een rock-'n'roll reus gelezen. Het is het levensverhaal van Hans Boomsma, aka Johannes de Boom: jarenlang de frontman van The Shavers. Alexandra Vierkant heeft het prachtig opgetekend. Ik ken Hans al lang. 'Zeker 15 jaar', zei ik van de week tegen hem, maar nu ik de tourlijst van The Shavers achterin het boek bekijk, blijkt het 20 jaar te zijn.

Voor wie Hans Boomsma aka Johannes de Boom niet kent: hij is dichter, beeldend kunstenaar, levend kunstwerk, mijn plaatsgenoot en jarenlang de zanger van de Nederlandstalige surfpunkrockband The Shavers. Daarmee tourde hij heel Nederland diverse malen rond. Hans werd al op relatief jonge leeftijd getroffen door een zeer agressieve vorm van reuma. Die ziekte verwoeste zijn lichaam, maar versterkte zijn geest. Ondanks ontelbare kunstgewrichten, bij elkaar opgeteld jaren in het ziekenhuis, met veel pijn en vele operaties gaat hij altijd met volle kracht en positief door. 'Wat zullen we doen als we later groot zijn,' zeiden we van de week nog tegen elkaar en Hans zit - hij is inmiddels 70 - nog vol plannen.

Zijn lichaam zit vol tatoeages. Dat is zijn 'jinx' tegen de ziekte. Deze pijn bepaalt hij zelf en het door de ziekte kapotgemaakte lijf wordt zo weer mooi. Zoals gezegd is hij een levend kunstwerk. Je leest zijn levensverhaal in Alexandra's boek.

Het eerste deel van het was een bijzondere ontdekkingsreis naar zijn jeugd en de ellende van het ontstaan van zijn ziekte, terwijl het tweede deel een feest van herkenning was. Alleen een feest? Nee, ik had hier en daar ook kippenvel en betraande oogjes.

Het verhaal gaf zoveel herinneringen, elke pagina knalde er wat mijn hoofd binnen en sommige daarvan was ik gewoonweg vergeten. Alexandra vertelt alles perfect, gedetailleerd en haast poëtisch in haar boek, het is een aanrader, technisch gezien heb ik niets toe te voegen, maar ik wil toch graag mijn herinneringen opschrijven. Een eerbetoon aan Johannes de Boom. Mijn eerbetoon. Waarom ik dat doe op de website van De Bassist? Over de frontman van een basloze band? Omdat ik hier veel van mijn muzikale herinneringen heb gepost en dit blog gaat dus over Johannes, de Shavers en ik, mijn bands. Het échte verhaal lees je in Alexandra's boek.

Hieronder dus mijn rock-'n-rol-ervaringen met Green Hornet, Peter Pan Speedrock, The Deaf, maar allemaal featuring Johannes de Boom. Ik noem hem trouwens in één zin soms zowel Johannes als Hans, maar dat is standaard. Verder ben ik vreselijk slecht met data en jaartallen, dus die laat ik maar helemaal achterwege. Who cares.

Hans
Foto: uw hoofdredacteur met Johannes

Enge man
Ik heb een paar herinneringen aan de begindagen van The Shavers. Allereerst ontstond er een buzz rondom die rare band en op iedere lantaarnpaal, stoplicht, vuilnisbak en elektriciteitskastje rond Heerhugowaard, Langedijk en Alkmaar zag je een rode, ovalen sticker met de bandnaam en hartjes. De eerste keer dat ik de band zag maakte meteen indruk. Het was in '99 op een bandavond in De Koog in Noord-Scharwoude. Muzikanten weten hoe dat gaat: je rent het podium op, dan inpluggen, je versterker op het juiste volume zetten, een snelle line-check doen en gaan! Bij de meeste bands wist je aan het begin van het optreden niet of het nog een soundcheck was of het eerste nummer, dus vaak volgden er aarzelende, lauwe applausjes: 'Is het eerste nummer – of toch soundcheck?'

Zo niet The Shavers. Ondanks de korte speeltijd ging het trio heel even het podium af. Voor de lichtman het teken om de lichten te dimmen. De drie heren kwamen op, het licht ging aan, gitarist Cock trapte met zijn cowboylaars op de grond en op dat exacte moment raakte Theo's drumstok het vel van zijn snare. Zo begin je een show!

De tweede keer maakte op een andere manier indruk. Ik denk dat het in een kroeg in Obdam was. De enorme, volgetatoeëerde Johannes kwam bezweet, met een ontbloot bovenlichaam tijdens het nummer Voelen het podium af om het publiek te voelen. Mijn enige gedachte was: als die enorme, enge, bezwete man niet naar mij komt.... Al snel merkte ik dat Hans verre van een enge man was, maar een inspirerend voorbeeld.

Sponsje
Fast forward naar een paar jaar later. De lokaal succesvolle band The Drift hield een cd-presentatie in Atlantis – nu Victorie – in Alkmaar. Mijn muziekcarrière begon bij deze band. Mijn officiële titel was manager, maar ik was meer chauffeur, roadie, vriend, bierhaler, boeker, perspromotor en manusje-van-alles. De cd van The Drift heette Time Twister en Johannes was gevraagd als presentator. Ik kreeg een belletje van hem: 'Heeft Atlantis een douche?' Johannes had wat vrienden die konden bodypainten en het idee was dat Hans van top tot teen gebodypaint zou worden als de voor- en achterkant van de cd. En de band mocht dat niet weten. Er was inderdaad een douche en ik werd toegelaten tot het complot. 

De avond ving aan en tot grote verbazing van band en publiek kwam Johannes op, slechts gekleed in een onderbroek en orthopedische schoenen. Zijn enorme lichaam én hoofd bevatten wolken, bliksemschichten en regen en hij hield een fantastische presentatie, waarbij de eerste cd van The Drift geveild werd.

De band tikte af, Hans ging naar de kleedkamer, waar ik een paar minuten later arriveerde om te kijken of alles goed ging. Even snel, want de band was begonnen en ik stond altijd naast het podium als roadie en bierhaler. In de douche stond Johannes met een wat ontdane blik. Enorm groot, volgeschilderd en met een zeer klein sponsje in zijn door reuma misvormde handen. Hij kon niet eens bukken, laat staan zijn lijf van verf ontdoen. Het werd een intiem moment, waar ik met het miniscule sponsje een mij toch nog wat onbekende man met het huidoppervlakte ter grootte van een gemiddeld Volkwagenbusje van verf moest ontdoen. Hans sprak er jaren later nog eens over in een kranteninterview. Vanaf dat moment kenden we elkaar goed!

Een half uur later kwam ik doorweekt naast het podium staan. 'Waar was je,' siste de zanger tussen een song door. 'Lang verhaal,' was het enige dat ik kon uitbrengen.

Met Flo, de zanger van The Drift, klom ik vaak het podium op om met bepaalde songs mee te brullen. We hadden zelfs shirts met The Shavettes er op.

Bladen bier
Dan was er mijn eigen band Boilersuit, die altijd door Hans werd gesteund en we speelden wel eens samen op een avond. Ik kan me twee momenten goed herinneren. Johannes had allerlei onverwachte operaties aan zijn gewrichten voor de boeg en The Shavers moesten zelfs een paar optredens afzeggen. Hans kon in die rustperiode niet stilzitten en hij hoorde dat wij in Friesland zouden spelen met de basloze band Green Hornet. De band kende ik al – daarover zo meer – en toetsenist André Dodde werd later zeer toevallig de hoofdredacteur van Musicmaker en hij doet de eindredactie van De Bassist. Hans vroeg of hij mee mocht naar De Gloppe in Leeuwarden en dat mocht natuurlijk. Hij bood aan om onze merchandise te doen. Ook dat mocht! Los van dat ik met de enorme Hans naast me de kleine Seat niet in zijn vijfde versnelling kon krijgen – daar zat Hans' been – werd het een gedenkwaardige avond. Hans bleek de beste merchandiseman ooit te zijn. Of de slechtste? We waren aardig wat shirts en EP's kwijt, maar in ruil daarvoor kreeg Hans diverse bladen bier – twee man kon vanwege het terugrijden niet drinken en de derde dronk nauwelijks: drummer Bart had dus een topavond – en vier De Gloppe t-shirts, maat XL, met korte mouwen tot over je ellebogen dus. Ik heb het shirt nog steeds: er hangen te veel mooie herinneringen aan!

Boilersuit
Foto: Boilersuit in actie.

De tweede keer was een paar jaar later en wederom lag Hans in de lappenmand. Hij was net geopereerd aan zijn ruggewervels, die totaal kapot waren, maar natuurlijk kwam hij onze cd presenteren. Zijn hoofd was vastgezet in een soort rechthoekige stellage om zijn rug te ontzien. Maar hij stond daar, op het podium van Kompleks, met die soort vogelkooi om zijn hoofd! Dat is liefde en toewijding en er altijd voor gaan.

Zei iemand Kompleks? Met de hulp van Johannes speelde The Deaf twee keer in Kompleks in Heerhugowaard. In dit kleine, lokale podium spelen normaal alleen lokale bandjes, maar Hans belde Spike – ook bekend van Di-Rect – en The Deaf kwam. Het werden twee legendarische optredens in een uitverkochte zaal. De eerste eindigde met een nazit tot in de vroege uurtjes bij Johannes thuis en de tweede eindigde in het café van Kompleks, waar Spike piano speelde, terwijl Hans zijn teksten bulderend voordroeg. Toen we écht dicht moesten ben ik bovenop de piano geklommen en heb ik geroepen dat we iedereen toch echt naar huis moest. Natuurlijk lukte dat niet. De rest van die avonden? Laten we zeggen dat je er bij had moeten zijn.

Mer
Foto: met Meryem bij The Deaf, Hans staat met zijn scootmobiel achter me.

Deaf
Foto: mijn muziekmaatje Kiek en ex-vriendin Meryem, samen met Spike. Rechts Spike, Maurizio en Hans op de Kompleks-piano, waar ik later opklom. De video van het impromptu-optreden is op youtube te vinden.

Ik noemde Green Hornet al. Op een dag was daar de Jack Daniels Tour met Green Hornet, The Shavers, Peter Pan Speedrock en daarna nog wat songs van de laatste twee bands samen. Volgens mij waren het vijf optredens, maar in een zeer korte periode. Ik werd gebeld door Theo: of ik meewilde als merchandiseman. Het was 2004 en volgens mij ging de tour langs Iduna Drachten, P60 Amstelveen, Doornroosje Nijmegen, De Boerderij Zoetermeer en vast nog een paar zalen. Natuurlijk wilde ik mee!
Merch
Foto: een paar regels uit het boek over Johannes.

Ik pakte het iets serieuzer aan dan Hans, ik verkocht de merch voor geld in plaats van bladen bier, maar het werd een topweek. Ik hielp een beetje met de bus uitladen en amps neerzetten, daarna zette ik de merchandise op, had gesprekken met fans en dan waren er de feesten na afloop met Peter Pan, Dikke Dennis, et cetera. Dat waren bijzondere feestjes. Ik zat heen en terug met Hans achterin. Op de heenweg nam hij zijn teksten nog eens door en terug voorzag ik de uit de kleedkamer meegenomen broodjes van plakken ham of salami en ik gaf ze door de bus aan iedereen door, samen met lauwe blikken bier of de fles Oude Jenever van Theo. Raar dat ik van die wilde avonden alleen de broodjes kan herinneren. Misschien omdat dat de mooie momenten achteraf waren? De ontlading in het busje? Als je goed naar de eerste dvd van The Shavers kijkt zie je me ergens achterin de Ford Transit met een biertje zitten.

Jack
Foto: de Jack Daniels Tour met. Zoek Johannes en de piepjonge Chris Dekker en André Dodde van De Bassist.

Bussie
Foto: een 'still' van de dvd. Chris achterin de Shavers-bus.


'Tussen twee banen' werkte ik nog een tijdje voor AG Music, de platenmaatschappij en studio van de band en daar maakte ik genoeg mee. De Shavers-cd die vanwege een blote dameskont op de hoes werd geboycot door de Bijenkorf, het opnemen en uitbrengen van diverse albums en de voorbereidingen rondom de gevangenisoptredens van de band.

Polonaise
Om alles heen kwam ik Johannes, Cock en Theo natuurlijk vaak tegen. We namen met mijn band op bij Theo in de studio, ik sprak Hans bij concerten, in de lokale schouwburg of – hoe rock-'n'roll, in het lokale winkelcentrum. Johannes presenteerde het Mixtream festival altijd en ik deed daar eerst publiciteit en later werd ik stagemanager. Aan het einde van het festival kwamen altijd de bedankjes van Hans: 'Bij Chris Dekker smaakt de whisky altijd lekker' galmde het dan over het festivalterrein. 
Toen ik ooit een fles Frysj Hynder, whisky uit Friesland - kocht, was de in Friesland geboren Johannes natuurlijk de eerste die een glas kreeg.

Hans bleef meestal op het podium en ik voorzag hem – als stagemanager – van drankjes en eten. Maar soms moest hij toch even het podium op en af en dat moest via een lastige, steile trap. Hans vertelde me dat hij het redde, maar hij vroeg ook of ik achter hem wilde lopen om hem te helpen met zijn balans. Ik liep achter Hans aan, ondersteunend met de gedachte: als hij valt, kan je me daarna oprollen als een pannenkoek. Ik hield Hans in balans, maar opeens voelde ik een hand op mijn rug: vier mensen van geluidsbedrijf DSL liepen in polonaise achter ons aan! Het was de langzaamste en gevaarlijkste polonaise waar ik ooit in liep, maar wel de meest memorabele. 

Ik heb een speciale band met Hans en ik dacht vroeger even dat dat bijzonder was. Maar dat was het niet. Ik kwam steeds meer mensen tegen die óók beweerden een speciale band met hem te hebben en dat bleek ook zo. Het was dus nog meer bijzonder dan ik dacht: dat één man zoveel liefde kan geven aan zoveel mensen, ondanks zijn door reuma verwoeste lichaam, dat voor alleen maar pijn en ellende zorgt. Dus ja, het is zéér bijzonder, maar nog mooier dat ik hem met zoveel mensen deel! Hij is altijd een goede vriend, inspiratiebron, voorbeeld, held, lieverd, alles. In het boek dacht ik ook terug aan die twee keer dat ik de eeuwig positieve Hans boos zag.

'Je moet niet vragen hoe het gaat,' zegt wijkverpleegkundige Greet in het boek. Een keer kwam ik Hans tegen in het lokale winkelcentrum en ik zei: 'Hans! Alles goed?' Er kwam – terecht – een luide preek op me af, met veel omkijkende, winkelende mensen tot gevolg. En als je Hans kent: hij is luid! 
'Nee natuurlijk gaat het niet goed!' Bulderde hij vanuit zijn bestickerde scootmobiel. En Hans riep luid wat hij allemaal doormaakte. Ik vond zijn reactie terecht en het was misschien wel even goed, dat hij uit zijn slof schoot. Ik voelde me ook niet aangevallen: vrienden mogen elkaar de waarheid vertellen. En dit veranderde natuurlijk niks aan onze goede relatie.
Ik vraag nu meestal hoe het gaat, soms floept de beleefdheidsvorm 'alles goed' er nog wel eens uit... Ohjee, denk ik dan, maar 99% van de keren is Hans positief als altijd!

Een andere keer was in de Shaversbus, tussen Cock en Hans, om niks. Dat heb je met vrienden en bands. Soms moet je even stoom afblazen. Dat ik die twee keer kan herinneren zegt juist iets over Hans' eeuwige positiviteit. 

Cock
Nu we het toch over The Shavers en Cock hebben, wil ik ook nog wat regels aan hem kwijt. Cock was onze gitaarheld. De gitaarheld van mij en mijn vrienden. Op een dag, in De Koog, deed hij na een paar songs zijn leren jasje uit. Die had hij – heel slim – over zijn gitaarband. Dus eerst gitaar om, dan pas het leren jasje. Dan loop je niet te klooien tussen nummers als 'ie uit moet. Wij vonden dat briljant en de leren jasjes gingen bij ons in het vervolg dus over de gitaarband. De Cock de Jong-methode noemden we dat.

Jaren later zag ik Cock klooien met zijn jasje, waar zijn gitaar overheen zat. Na het optreden zei ik tegen hem: 'Maar je doet toch eerst je gitaar om en dan je jasje?'
'Ah, dat is een goed idee!' Antwoordde hij.
Hij was verbaasd toen ik vertelde dat wij dat deden vanwege hem. Die keer in De Koog was waarschijnlijk toeval: Hij had zijn gitaar al om en was zijn jasje vergeten.

Cock
Foto: Johannes en Cock.

Ik probeerde zijn snoeren eens op te rollen na een optreden, maar dat deed ik verkeerd. De Fendersnoeren moesten exact zo opgerold worden als dat ze ooit uit de verpakking kwamen... ...net als dat zijn snaren altijd drie keer om de stemknop gingen. 'Ik weet dat het onzin is,' lachte Cock, 'maar het moet in mijn hoofd gewoon zo.'

Op verjaardagen wilde ik altijd alles horen over zijn tijd bij The Rousers en The Thought, zijn voorprogramma's voor The Jam, maar hij was altijd zeer bescheiden. Het verhaal over die keer dat we per ongeluk de verkeerde gitaar – Cock's gitaar – meenamen is te lang voor hier, maar laat ik stellen dat Cock van zijn Telecasters hield.

Op een dag kwam ik even in de AG-Studio, waar Cock aan het opnemen was. Hij overhandige me zijn gitaar en ik sloeg een paar akkoorden aan. Dat ging niet alleen door een paar Fender-gitaaversterkers, maar ook door een muur basversterkers, waaronder een Ampeg SVT met 8x10”. Wat een sound!

Cock werd ziek, ernstig ziek en uiteindelijk doodziek. Ik heb gejankt bij zijn afscheidsoptreden en ik moet nog af en toe even denken aan dat moment dat Hans op het podium zijn tekst kwijtraakte en de sterk vermagerde Cock hem dat influisterde. Als een grote broer, die tot het eind voor zijn kleine broertje bleef zorgen. Altijd behulpzaam, altijd hart voor Hans en hart voor het optreden. Het is dus niet raar dat dat het enige moment is dat ik me echt herinner van de middag.

Cock koos zelf voor het tijdstip van overlijden en ik wist, om een reden die nu niet uitmaakt, wanneer dat was. Ik liep met mijn toenmalige vriendin in Alkmaar die ochtend. We staken het kanaal over en rechts op de Kanaalkade was de plek waar hij woonde. Terwijl we de Kanaalkade naderden, zag ik Theo wegrijden. Hij zwaaide. Ik wist dat het gebeurd was. Het is raar dat je het dan opeens écht ijskoud kan hebben. Zijn afscheid was mooi. Hij lag opgebaard in café De Avonden in Schoorl waar we – en ook The Shavers – vaak optraden. Cock lag in de kist en zijn puntschoenen staken er ruim uit. Er naast een Fender-amp met een Telecaster en zijn eeuwige leren jasje aan een kapstok naast de kist. Hij was er heen gebracht in de Shavers-aanghanger en de bandbus. We dronken een biertje en we haalden herinneringen op. De laatste maanden heeft Cock zijn gitaren weggeven aan de mensen die dichtbij hem stonden, zoals roadie Guido en oud-bandmaat Wieb Zigtema. Wat een man, die Cock.

Het volle pond!
Laat ik niet zo treurig eindigen. Theo leerde me alles over de muziekwereld en platendeals, Cock was een held en voorbeeld en Johannes een dierbare vriend van wie ik ook veel leerde over het leven. Ga voor het volle pond. Ga voor het leven. En ik ga er vanuit dat er nog twintig jaar sterke verhalen volgen.


P.S. Bestel dat boek! Bijvoorbeeld door hier te klikken. 





zoeken
zoeken