De Bassist kreeg exclusief toegang tot de bascollectie van Henny Vrienten. Er was zoveel moois te zien, dat we een heel magazine hadden kunnen vullen. We houden het graag divers, dus hieronder vind je een extra interviews over Dingwall, Rickenbacker, Alembic, bassisten, het verzamelvirus en veel meer!
In De Bassist #47, januari – maart 2019, lees je het artikel over de bascollectie van Henny Vrienten, met hieronder het vervolg.
Dingwall
Vrienten was een van de eerste bassisten die we in de lage landen op de bijzondere Amerikaanse bassen met 'waaierfrets' zagen spelen.
'Ik kwam ooit bij Sound Plaza en daar hingen twee Dingwalls. Ik plugde de witte in en ik hoorde een bepaald soort laag dat ik lang niet gehoord had. Ik kocht de witte en de zwarte was besteld met een speciaal element. De jongen die het wilde kopen had nog wat problemen het geld bij elkaar te krijgen. Ik vroeg ze me te bellen als hij toch niet werd verkocht en zo kwam de zwarte ook in mijn bezit.
Op een dag belde Xander me op. Al zijn instrumenten lagen in de bandbus en hij had een gig in Amsterdam.
'Mag ik een bas lenen?'
Ik weiger mijn kinderen niks, hij heeft de sleutel en hij weet waar ze hangen, maar hij vroeg om een Dingwall, dus ik werd wat voorzichtig.
'Pak de zwarte dan maar.'
'Maar de witte speelt zo lekker.'
Ik deed toen de concerten met de witte en ik weet hoe hij is met feestjes.'
Hennie maakt lachend het aloude drinkgebaar.
'En wat doet het verwende Amsterdamse prinsje? Hij neemt de witte mee. Ik hou van hem hoor en dat weet ie! Hij neemt de bas mee, hij doet het optreden en daarna stond hij op het Leidseplein buiten met een meisje te praten. Ze lopen daarna het café in en hij laat de bas staan, die natuurlijk weg was. Er kwam natuurlijk meteen een offensief op social media, maar de bas werd niet gevonden. Hij heeft aangifte gedaan, maar hij kon me niet vertellen dat hij hem op straat had laten staan. Hij had niet op zijn donder geregen, maar ik zou dan heel verdrietig kijken en dat kan hij niet aan, haha. Een jaar later belde Xander vanuit Zuid-Afrika: "De bas staat op Marktplaats." We zijn meteen gaan kijken en we herkenden de bas aan een beschadiging bij de D op de kop. We hebben de politie gebeld en die adviseerden de bas te lopen en ze zouden dan meegaan. Mijn dochter kocht met een fake account de bas en ze ging met mijn oudste zoon en de politie naar het adres. Ze onmoetten daar twee keurige jongens, die pakten de bas en meteen kwamen de handboeien te voorschijn. Maar wat blijkt nu, en dat is heel beschamend: die jongens toverden wat papieren tevoorschijn. Ze hadden de bas gevonden, ze hadden dit bij de politie gemeld en deze zei: “Houd de bas daar maar en als je na een jaar niks van ons hoor, mag je hem verkopen.” Het was precies een jaar later. Er stond dus een gevonden en een gestolen bas in het systeem van de politie, maar op de een of andere manier was dat niet gelinkt. Xander is nog naar de jongens toe gegaan. Dan krijg ik meteen zoveel vertrouwen in de mensheid!'
Henny vervolgt: 'Ondertussen was ik gebeld door Sheldon Dingwall, de bouwer van de bas. Hij vertelde dat hij me kende en dat hij een nieuwe zou maken. Deze heeft allerlei nieuwe snufjes, zoals een prachtig en simpel afneembaar batterijklepje, zijstippen die oplichten in het donker: dat is zo'n goed idee! Dit is een waanzinnige bas en nu heb ik er drie! Ondertussen was George Kooijmans van de Golden Earring ook verliefd geworden op de bas. Hij bestelde er een bij Sheldon en wat blijkt: toen de Earring in de jaren '70 door Amerika tourde was Sheldon hun roadie! Deze tour gebruik ik ze even niet. Ik ben nu even klaar met actieve sounds.'
Foto: links een Dingwall en rechts een Mr. Drubbel.
Oud vs. nieuw
Henny wijst op een Ampeg Portaflex. De legendarische fliptop.
'Een '51er. Mooi he?'
We staren even naar de oude Ampeg.
'Mensen vragen me vaak waarom oud beter is dan nieuw. Stel je voor. Het is 1953. In een klein fabriekje werken acht mannen in stofjassen. Ze maken de mooiste bas, want hun naam komt er op. Ze gebruiken hout dat nog niet verboden is en ze wikkelen elementen met het beste koperdraad. Ze zijn trots op wat er straks in de winkel ligt. Dat zelfde bedrijf heeft nu een management dat al uit meer mensen bestaat dan dat groepje werknemers ooit. Ze discussiëren over knopjes die goedkoper zijn als ze in Bali besteld worden en het instrument wordt een mengeling van onderdelen van over de hele wereld en minder hout. Een soort frankenstein. Plus hout is na jaren droog en uitgewerkt. Instrumenten worden gewoon beter met de tijd. Bij Dingwall, Mr. Drubbel en De Gier heb je die liefde en trots nog wel. En bij Rickenbacker ook. Mijn nieuwe is net zo goed als mijn oude.'
We lopen naar twee Rickenbackers. Een moderne blauwe en een zwarte Shadow: een van de - waarschijnlijk - vijftig die in '86 gemaakt zijn.
'Ik heb in het verleden nooit Rickenbackers gehad en ik heb er nooit mee opgenomen. Ik heb er ook nooit mee op het podium gestaan. Nouja, misschien een paar keer met Vreemde Kostgangers. Ze zijn beide hoogwaardig gebouwd. Het zijn kunstwerkjes en ik kan niet ontdekken wat niet goed is. Het is eigenlijk niet helemaal mijn ding. Ik heb nooit wat gehad met het geluid van Chris Squire in Yes. McCartney had er wel een goed geluid mee, maar dat was niet de typische Rickenbacker-sound. Misschien zijn deze voor de heb. Ik ben nu met een nieuw album bezig. De derde in een drieluik. Het zou zomaar kunnen dat ik daarvoor een Rickenbacker pak.'