Ga maar los met die sleutelbos - de zin of onzin van 'relic'

Blog 28-12-2017 00:00

'To relic or not to relic,' vroeg Shakespeare zich ooit af, toen hij bij de Fender Custom Shop een Precision Bass bestelde.

Dat is natuurlijk een leugen, want William S. slapte zijn RHCP-partijen op een Jazz Bass, maar ik heb zin om het eens over 'relic'-instrumenten, oftewel 'aged' bassen en gitaren, te hebben. Road Worn heet een serie van Fender en het Duitse Sandberg gaat van Soft Aged naar Hardcore Aged. Dat zijn allemaal naampjes voor ongeveer hetzelfde.

Hoewel het in restauratiekringen al jaren gebeurde, was Fender ooit de eerste fabrikant die zijn instrumenten kunstmatig verouderde. Al in de jaren '80 zijn er gevallen bekend dat oude pop/rock-instrumenten door kleine bouwers een 'refin' kregen met een verouderde look. Alleen restauratiekringen? Ook in de vioolwereld was het al decennialang niet raar om een viool er wat ouder uit te laten zien, maar kunstmatige beschadigingen zag je in de klassiek wereld zelden. Later volgden grote merken als Gibson en onlangs zelfs Höfner, terwijl Rickenbacker en PRS hun neus ophaalden voor dit type afwerking. Bepaalde kleine fabrikanten zoals Fano, Novo, Sandberg en het Nederlandse De Gier doen bijna niet anders. Sommige fabrikanten maakten er haast een kunstvorm van, terwijl enkele van de Mexicaanse Fender Roadworns en diverse modellen van Vintage iets te gemakkelijk zijn verouderd. Ach, dan gooi je eigen sleutelbos er toch nog maar een paar keer op?

Een leuk feitje: Stones-riffer Keith Richards krijgt vaak de credits, maar het was Don Was die aan Fender vroeg om een bas te bouwen die er wat ouder uitzag. De eerste Fender Relic ooit had dus vier snaren en toen barstte de relic hype los.

BEBOP
Foto: de De Gier BeBop van Glenn Gaddum Jr.

Het doel van relicing? De gitaar of bas moet er uitzien alsof er al sinds '57 of '61 hard op gespeeld wordt. Slijtplekken. Net als Bruce Springsteen die 75 jaar lang met 800 optredens per jaar van zeven uur per stuk de lak van zijn Esquire met extra Tele-element zweette en sloeg. 
'Kan je geen 'echte' vintage bas met gebruikssporen betalen? Dan maken wij ze er wel voor je op.'
Of zoals bij The Stones: '
Wil je je echte vintage gitaren niet mee op tour nemen? Dan maken wij toch een kopietje?'

SANDBERG
Foto: Sandberg kan aardig kunstmatig verouderen

Dat laatste gebeurt ook met sommige signaturemodellen. Zo zal zelfs Justin Meldal-Johnsen zelf moeite hebben om de beschadigde heruitgave van zijn JMJ Mustang Bass te onderscheiden van zijn originele model. Wat dan wel een beetje raar is, is om een compleet gerelicte Warwick te zien. Deze Duitsers verstaan de kunst als geen ander, maar een compleet afgeragde 'chrome tone' Streamer is niet echt 'historisch correct'. Wel mooi? Wacht even, daar kom ik zo op. Eerst nog wat feitjes.

MUSTANG
Foto: de nieuwe JMJ Mustang van Fender

Fender had jarenlang - misschien nog wel - drie gradaties als het ging om de Custom Shop-modellen. De New Old Stock was een nieuw instrument met de specs van een oude, de Closet Classics waren alsof deze een heel of half leven onder een bed hadden gelegen: De hardware was wat doffer, de lak een beetje craquelé, maar van echte beschadigingen was nauwelijks sprake. Bij de Relics - dat zou een soortnaam worden - kwamen de sleutelbossen pas écht uit de broekzakken. Zo kon je de Gilmour-Strat - je weet wel, Dave van de Gilmour Girls ofzo - in nieuwstaat bestellen of in de 40-jaar-zwaar-leven-bij-Pink-Floyd-versie, inclusief gefreesde en weer opgevulde gaten voor Kahler-vibrato's.

STRATNW
STRATOUD
Foto's: wil je liever een nieuwe Gilmour of een kunstmatig verouderde? Twee Custom Shops voor twee smaken.

Is het zinnig of onzinnig? Alles in mijn hoofd schreeuwt: 'ONZIN!' Waarom zou je in godesnaam meer betalen voor een bas, die door een fabrikant kunstmatig verouderd is? Bassen waarvan de stemmechanieken in de grond hebben gezeten, waarvan de body's bewerkt zijn met kettingen, schroevendraaiers, sleutelbossen en verhit en afgekoeld zijn om craquelé, die mooie barstjes in de lak, te krijgen. Onzin. En dan was er die vriend die een relic-P Bass kocht, waarbij de brugschroefjes zo geoxideerd - dat is een mooi woord voor verroest - waren, dat zijn brug niet meer af te stellen was. Fender was echter sportief en leverde wat nieuwe schroefjes.

Retro is helemaal in. Van architectuur tot kleding tot broodroosters, keukenmachines, Rayban Clubmaster-brillen, Adidas Gazelle-schoenen en natuurlijk auto's: denk aan de moderne Mini of Fiat 500. We zijn verouderde gitaren gewend, maar wat als we het beschadigen ook doortrekken naar andere bedrijfstakken? Zou jij een Samsung Galaxy S8 kopen met een barstje in het beeldscherm, een half naar binnengedrukte volumeknop en schaafplekken op de hoekjes?
'Slechts 5 euro per maand meer, met 10MB extra data.'
Zou Kroymans een splinternieuwe Ferrari 812 Superfast met wat deukjes, een half-vergane uitlaat en een prachtig nagemaakte vangrailafdruk op de zijkant verkopen? 
'75.000 euro meerprijs. Dat heet relic, meneer. Dat is helemaal hip. Het zijn net zulke deuken als Prins Bernhard in '74 op zijn Ferrari had.'
Zou Ikea de prijs van het Tarrendo-tafeltje van drie tientjes naar vijf kunnen verhogen als er wat koffiekringen opzitten, als één pootje er een beetje gammel bijhangt op een van de beschadigde hoeken?
'Åged, meneer. Met rondje op de å. Dat is Zweeds voor verouderd.'

pb
Foto: Prins Bernhard was een voorloper met zijn gerelicte Ford.

Ik denk dat we dan gaan klagen.
Maar toch zien we naast gitaren genoeg kunstmatig verouderde producten. Ik heb een keer een echte spijkerbroek gezien. En dat is raar! Dik, zacht, blauw katoen. De meesten van ons zouden het niet als spijkerbroek herkennen. Pas als ie met steentjes gewassen is, trekken we het aan. Ik denk ook aan de boeken van Leo Blokhuis met koffiekringen en aantekeningen er in geprint zijn. Ik denk aan Harry Potter-producten. Landkaarten die vast niet echt op 500 jaar oud perkament zijn gedrukt. Dan heb je nog dure, kunstmatig verouderde vloeren en tafels van steigerhout die een tijdlang erg populair waren. Ik denk als fervent fietser ook aan de 'vintage' houten Amstelkratjes voor op de voordrager van je fiets: je dacht toch niet echt dat die opgeslagen lagen bij wijlen Freddie Heineken achter het huis in een schuurtje, in de hoop dat de fiets met voordrager hip zou worden? En dan heb je nog de roestige voorwerpen aan de muur in je huis. 

Een groot deel van de liefde voor relic is psychologisch. We zien Keith Richards met een afgeragde Tele bij the Stones, we kennen allemaal de foto's van Jaco Pastorius met zijn bekende en verweerde Jazz, dan is er de Jazzmaster van Wilco's Nels Cline is er elk jaar zorgelijker aan toe is en we herkennen de originele '63 Höfner van Paul McCartney aan die slijtplek onder het element - verschrikkelijk: op ebay kan je stikkertjes van dat slijtplekje kopen voor op je vioolbas. I kid you not. Echt waar. Zucht. 

macca
Foto: bewijsmateriaal!

Maar we willen net als onze helden een halfvergane gitaar en dan is er nog iets dat defectcharme heet. Een woord dat officieel niet bestaat, maar dat ik ooit leerde van een oude, inmiddels overleden filosoof: als iets een beetje beschadigd is, wordt het echt. Eigen. Karakter. Dat kan gaan van een prachtige vrouw die licht loenst en het pukkeltje van Cindy Crawford tot een gemiddeld grachtenpand in Amsterdam dat voorover in een gracht dreigt te kukelen. Ik schreef daar ooit een blog over en die werd gekopieerd door ene meneer Bos. Dat 'mydiarylid' was/ben ik: Defectcharmeblog
Je hebt al zoveel zwarte of sunburst Precisions of Stratocasters en met een bepaalde beschadiging wordt 'ie van jou. Je herkent hem aan dat deukje, aan die kras of aan bepaalde 'buckle wear': beschadigingen van je riem op de achterzijde. De meest gehoorde kritiek op relic is natuurlijk dat jij die beschadiging niet zelf gemaakt hebt.
'Ga er zelf twintig jaar intensief op spelen.'
En dat is waar. Maar zo kan je een lichte relic zelf zwaarder maken.

'ONZIN!' Riep/typte ik net hard. De conclusie is dus dat relic onzin is. Zonde van je geld. Dom. Nep. Maar ik moet je teleurstellen. Of misschien ben je wel blij. Iedere keer als ik pakweg Dijkman, Sacksioni of Dirk Witte in Amsterdam binnenloop - of iedere andere gitaarzaak in Nederland - dan worden mijn ogen meteen getrokken door de relics. Prachtig vind ik het. Echt waar. Ik pak ze op, ik denk aan mijn helden, ik geniet van de prachtig ingespeeld-aanvoelende, kale halzen, de kwaliteit van de hoge kunst van het sleutelbos-op-je-gitaarbody-mieteren en de prachtige barstjes in het hout. Dat van die sleutelbos is natuurlijk sarcasme, maar ik vind het écht prachtig.

En dat is het mooie van instrumenten kopen: het hart telt net zo hard mee als het hoofd, zo niet meer. Relic is net zo onzin als dat we nog bijna allemaal op modellen uit de jaren '50 spelen. Het is net zo dom om je neus op te halen voor een vijfsnaar. Er is geen waarheid. Een Höfner-bas is best een onding om op te spelen, als je een P gewend bent, maar het is cool. Waarom? Gewoon. Gevoel! 
Als ik het geld had voor een Fender P uit de Custom Shop, een De Gier BeBop of Lowlander, een Duitse Sandberg of zélfs een Custom Shop Warwick Streamer. Ik zou net als William Shakespeare naar het formulier staren en het in het Duits of Engels schrijven en onderstrepen:
Ga maar los met die sleutelbos. Afraggen dat ding!

Is er een moraal of conclusie? Eentje misschien. Koop en bespeel vooral wat jij mooi vindt en je hoeft je niet te verdedigen. Voor de een is het een Squier P, voor de volgende een op maat gemaakte boetiekbas en voor de derde een vintage Gibson uit zijn of haar geboortejaar. In het dagelijks leven zijn we al vaak rationeel en laten we dat in de muziek niet zijn.

Beatles of Stones zei je? Nou....



Video: net als De Gier niet historisch correct, maar evengoed mooi?



 

 

 

zoeken
zoeken