Bashelden X: Duck Dunn

Blog 31-01-2018 00:00

 


Duck Dunn

In mijn leven had ik twee muzikale openbaringen. Bij de blog over Rick Danko vertelde ik over de avond dat ik per ongeluk langs The Last Waltz van The Band zapte en nu komt die keer dat de film The Blues Brothers voorbij kwam.

 

Ik denk dat ik nog op de basisschool zat. Mijn ouders moesten naar een feestje, waar mijn oudere broer was, weet ik niet, maar het moet een van de eerste keren zijn dat ik alleen thuis was. Ik had dus de macht over de afstandsbediening van de tv en er kwam een film die me wel leuk leek: The Blues Brothers. Vanaf minuut 1 was ik verslaafd. Zo erg dat ik meteen de soundtrack-cd kocht en die door en buurjongen op een cassettebandje liet zetten. Ik was zelf nog aan het sparen voor zo'n - toen nog - zeldzame en dure cd-speler.

Ik kan me een herfstvakantie herinneren waarin ik zeven dagen lang, driemaal daags The Blues Brothers keek. Het gevangenisnummer van Jake? 7474505-B. Het kenteken van The Dodge? BDR 529. Ik heb de film inmiddels al jaren niet meer gezien, ik doe het uit mijn hoofd en het moét wel goed zijn!
De danspasjes bij Stand By Your Man? Ik ken ze uit mijn hoofd. Ik was nooit helemaal normaal.

Duck

Een aantal namen die in de film voorbij kwamen kende ik al, maar vaak niet meer dan alleen van naam. Ik 'ontdekte' zo voor mezelf mensen als Ray Charles, Chaka Khan, John Lee Hooker, Aretha Franklin en natuurlijk Sam & Dave die in de Blues Mobile vanaf een eight track werden gedraaid.

Vooral de band van de broers was cool. Duck Dunn met quotes als 'this band is powerfull enough to ­turn goat piss into gasoline', natuurlijk de stijlvolle Mr. Fabulous, de saxsolo's van 'Blue' Lou Marini en de geweldige gitaristen: Steve 'The Colonel' Cropper en Matt 'Guitar' Murphy. Ik luisterde uren naar A Briefcase Full Of Blues, Made In America en natuurlijk de soundtrack van de film. De eerste twee had mijn buurjongen Reinier wederom eerst van plaat op cassette opgenomen. Ik wist toen nog niet echt wat bas was, maar ik luisterde toch vooral naar de prachtige basloopjes van Donald 'Duck' Dunn en ik hoorde destijds al dat hij op het simpele schema van Everybody Needs Somebody To Love drie of vier verschillende partijen speelde.

Ik was jong, ik wist niks van muziek en ik begon blues-cd's aan te schaffen, maar ik vond het, op een paar albums na, niet leuk. Hoe kon dat toch? Ik begon de cd-boekjes uit te pluizen en al snel kwam ik er achter dat The Blues Brothers nauwelijks blues speelden, maar vooral soul. En dan niet de lieve, van strijkers voorziene Motown-soul, maar de ruige STAX-soul uit het zuiden. Blazers, de heerlijke licks van Cropper, de vuige Hammond van Booker T., vaak de piano van 'vijfde MG' Isaac Hayes, de fijne drums van Al Jackson Jr., maar vooral natuurlijk die simpele, pompende, melodieuze bas van Duck Dunn. Ik begon STAX te verzamelen. Isaac Hayes, de al genoemde Sam & Dave, Wilson Pickett, Otis Redding en natuurlijk de albums van huisband Booker T. & the MG's. Later kwam daar meer Atlantic Soul bij, zoals Aretha Franklin. Dat mijn inmiddels overleden kat Booker T. heette zegt wel iets.

Wat vooral indruk maakte waren de dvd's van de STAX-revue in Engeland, anno pakweg 1967. Booker T. en zijn band, waarvan de meeste Britten dachten dat het een geheel zwarte band was, begeleidden daar enkele van bovengenoemde namen en hoe! Wat een energie. Duck en Cropper staan voor gehuurde Marshalltorens en je ziet ze ploeteren, terwijl Otis, Wilson, Sam en Dave zwetend alles geven, voor een publiek met daarin onder meer The Small Faces. Deze laatstgenoemde band is qua samenstelling gebaseerd op Booker T. & the MGs en ze zouden ook ongeveer alles 'lenen' van de Amerikaanse helden.



Duck is altijd een held gebleven. Je hebt Bob Babbitt, James Jamerson, Carole Kaye, Chuck Rainey en zo zijn er nog een paar soulhelden, maar voor mij is het Duck.

Toen ik Herman Brood ging luisteren, bleek hij erg beïnvloed te zijn door STAX. Toen ik The Band ging luisteren bleek hetzelfde waar te zijn en drummer Levon Helm tourde met de blazers die we later in The Blues Brothers terugzagen. Toen Britpop mijn leven omgooide bleek alles terug te gaan naar The Jam en nog eerder naar The Who en Small Faces. Zonder Cropper geen Pete Townshend en, zoals gezegd, zonder Booker T. geen Small Faces. Het was zelfs zo dat songs als Heatwave en Don't Do It door Jam, Brood en/of Band waren gecoverd. Ze haalden allemaal hun mosterd bij de STAX-soul. 



De Melkweg
Fast forward naar donderdag 19 maart 2009. Ik heb de datum gewoon gegoogeld hoor. Dat wist ik dan weer niet uit mijn hoofd. Voor het eerst sinds tientallen jaren spelen Booker T. en zijn MG's in de Melkweg in Amsterdam. De zaallichten gaan uit. Booker T. neemt plaats achter zijn enorme Hammond B3. Zijn leesbril gaat op de punt van zijn neus. Ondanks de bril houdt de toetsenist zijn Nokia 6110 op armlengte voor zijn gezicht. 1.500 mensen kijken toe hoe de legende zijn mobiele telefoon uitzet. De uitgezette Nokia verdwijnt in een borstzakje, een neef van Al Jackson Jr. tikt vanwege zenuwen te snel af. De leslie-speaker van de Hammond begint te loeien. Het is begonnen. Duck is al niet zo gezond meer, maar zittend op een stoel pompt hij alle bekende baslijnen uit zijn Lakland P. Het optreden duurt maar drie kwartier, maar eigenlijk is dat genoeg. Het zijn ten slotte instrumentale nummers en alle klassiekers komen voorbij. Een magisch klein uurtje.

Een paar jaar later ben ik vrij ver met het regelen van een telefonisch interview met Duck, de goedkeuring is er en er moet een datum gepland worden. Op 13 mei 2012 overlijd hij, voordat het interview kon plaatsvinden.

Duck Dunn. Ik was sowieso wel bij de basgitaar terechtgekomen, maar het waren zijn lijnen die me inspireerden en waar ik naar luisterde terwijl ik nauwelijks wist wat bas was. Hij was wellicht mijn eerste en beste leraar en nog steeds luister ik erg graag naar STAX. Ik heb er een tijdje aan gedacht om a la Duck pijp te gaan roken, maar qua ongezonde dingen houd ik het toch maar bij een patatje en een drankje.

Chris Dekker

 

 

zoeken
zoeken